A&C integreert in AccountingTeam

“Nieuwe samenwerking combineert zelfde persoonlijke aanpak met nog meer expertise”

A&C uit Heist-op-den-Berg zet zijn fiscale en boekhoudactiviteiten voortaan verder in een ruimer samenwerkingsverband met AccountingTeam uit Kontich. Zaakvoerders Andrea Mertens en Christof Van Dessel blijven garant staan voor hetzelfde persoonlijke en klantgerichte contact dat hun kantoor de voorbije jaren tot een succes maakte bij ondernemers in Kempen, Vlaams-Brabant maar ook ver daarbuiten. Tegelijk zorgt de nieuwe structuur ervoor dat klanten op een nog ruimere expertise beroep zullen kunnen doen.

A&C blijft doen waar het goed in is: KMO’s tot 15 medewerkers op boekhoudvlak en fiscaal bijstaan met raad en daad. Maar voortaan doen Andrea Mertens, Christof Van Dessel en hun medewerkers dit samen met een sterke partner als AccountingTeam. Andrea en Christof gaan er prat op dat de klanten bij hen kunnen rekenen op korte communicatielijnen en een permanente bereikbaarheid en dat ze zelfs complexe zaken in mensentaal uitgelegd krijgen. “Iets waar ze absoluut op zullen mogen blijven rekenen. Want dat is precies waar we het voor doen: om dagelijks het verschil te maken voor wie in alle vertrouwen een beroep op ons doet”, stelt Andrea Mertens. Meteen voegen zij en Christof Van Dessel eraan toe dat de klanten ook morgen en in de verdere toekomst mogen blijven rekenen op hun eigen persoonlijke begeleiding op maat.

AccountingTeam opereert vanuit Kontich en vormt met zijn expertise en specialisatie een perfecte aanvulling voor de persoonlijke aanpak die in het DNA van A&C zit en die door de klanten enorm op prijs gesteld wordt. Die klanten zullen bovendien tot in de puntjes kunnen rekenen op gespecialiseerd advies en fiscale expertise. Op korte termijn wordt dan ook een kleine uitbreiding van het personeel voorzien in het kantoor in Heist-op-den-Berg. De verdere samenwerking zal in de loop van dit jaar nog verder geconcretiseerd worden.

Uiteraard blijven Andrea Mertens en Christof Van Dessel dé vertrouwde gezichten op wie hun klanten beroep kunnen blijven doen. Wie hen kent weet hoeveel belang ze daar zelf aan hechten, net als aan het engagement dat ze beiden in diverse organisaties opnamen en nog steeds opnemen. Andrea’s gedrevenheid in organisaties als UNIZO en Markant en in de ondernemersraad in Haacht is bij velen bekend. Dit net als het engagement dat haar A&C-vennoot Christof al een leven lang op vele manieren opneemt in Heist-op-den-Berg.

Voor meer info:

Andrea Mertens : 0474/28 62 20

Christof Van Dessel: 0475/61 38 71

Geert Dilles: 0475 32 65 66

Verlies het UBO register zeker niet uit het oog…, zo vermijdt u namelijk geldboetes!

Zoals u ongetwijfeld al weet, is elke vennootschap verplicht om haar uiteindelijk begunstigden te registreren in het UBO register. In het UBO register dienen alleen de aandeelhouders met meer dan 25% te worden opgenomen (categorie 1), of indien gebrek aan aandeelhouders met meer dan 25% is, zal het bestuur worden opgenomen (categorie 3)Hier stopt de verplichting echter niet.

Ten eerste moet het UBO register aangepast worden  telkens wanneer er zich een wijziging voordoet binnen de uiteindelijk begunstigden van de vennootschap. Dit dient dan binnen de maand te worden aangepast in het UBO register, met bewijsstuk.

Ten tweede is er ook nog de jaarlijkse herbevestiging. Elk jaar dient het UBO register te worden gecontroleerd (of de registratie nog actueel is) en indien correct, zal de registratie dienen te worden herbevestigd. Deze termijn van één jaar start te lopen vanaf de laatste wijziging of herbevestiging in het UBO register.

Let op :wanneer u een aanpassing doet, mag u niet vergeten een bewijsstuk bij te voegen. Ook dit maakt deel uit van de wettelijke verplichting.

De niet naleving van deze verplichting tot registratie, herbevestiging of het ontbreken van bewijs zal worden gesanctioneerd.  Deze inbreuk kan worden gesanctioneerd middels een administratieve geldboete van 250,00 EUR tot 50.000,00 EUR of een strafrechtelijke geldboete (die nog hoger kan liggen).

Bij deze willen wij nogmaals wijzen op het belang van het UBO register en op het actueel houden van de UBO registratie want een verwittigd man is er twee waard. Daarom is het ook zo belangrijk dat u ons op de hoogte houdt van eventuele wijzigingen binnen de aandeelhoudersstructuur of het bestuur, zodoende kunnen wij deze verplichting mee voor u opvolgen indien wij beschikken over het nodige mandaat.

Mocht u hier toch nog vragen over hebben of u wenst onze hulp, aarzel dan zeker niet ons te contacteren.

AccountingTeam NV –21 september 2021

Hoe werkt de kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen?

Wanneer werknemers of bedrijfsleiders hun eigen wagen, motorfiets of bromfiets gebruiken voor verplaatsingen in opdracht van hun werkgever kunnen zij hiervoor een kostenvergoeding krijgen. De werkgever heeft dan de keuze om de werkelijk gemaakte kosten te vergoeden of een forfaitaire vergoeding toe te kennen. Daarvoor kan hij zich baseren op de vergoeding die is uitgewerkt voor federale ambtenaren.

Jaarlijks wordt de kilometervergoeding aangepast aan de hand van de gezondheidsindex. Ook voor de periode 01/07/2021 – 30/06/2022 is deze vergoeding geïndexeerd. De kilometervergoeding bedraagt dan ook voor deze periode 0,3707 EUR en is van toepassing op elk voertuig (zonder uitzondering).

Alhoewel deze forfaitaire vergoeding in eerste instantie van toepassing is op federale ambtenaren, kunnen werknemers uit de privé-sector er dus ook beroep op doen. In dat geval is de kilometervergoeding vrij van belasting en van sociale bijdragen.

Noteer evenwel dat ook hier de “40-dagenregel” in acht worden genomen. Die regel stelt dat verplaatsingen van huis naar een klant beroepsverplaatsingen zijn, maar zodra een werknemer/bedrijfsleider meer dan 40 dagen bij eenzelfde klant, én op dezelfde locatie actief is, deze locatie (van de klant) kwalificeert als een ‘vaste plaats van tewerkstelling’. Bijgevolg is die verplaatsing woon-werkverkeer, wat in beginsel een kost eigen de werknemer is, waarvoor voormelde kostenvergoeding niet kan gelden.

Bron: Omzendbrief nr. 695 van 8 juni 2021 betreffende de aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding 2021, BS 17 juni 2021

Aarzel niet ons te contacteren indien u hierover verdere toelichting wenst.

AccoutingTeam NV

Benieuwd naar de nieuwe fiscaliteit van buitenlands vastgoed?

Wat?

Belgische rijksinwoners die een buitenlands vastgoed bezitten, dienen dit jaar een bijzondere aangifte te doen aan het kadaster, in concreto aan de Cel Buitenlands KI.

Dit is een aangifteverplichting die uiterlijk 31/12/2021 moet gebeuren.

De volgende situaties kunnen zich voordoen:

  • Indien u in uw vorige aangiftes personenbelasting dit buitenlands vastgoed hebt opgenomen, zal u hiervan een schrijven ontvangen per post, of meer waarschijnlijk digitaal via E-box – welke u kan terugvinden onder : be – “mijn documenten” onder de benaming : “Formulier voor aangifte van een goed in het buitenland”.
  • Stel dat u wel een eigendom in het buitenland bezit, en in het verleden niet opgenomen heeft in de aangifte, dient u spontaan aangifte te doen. Het risico bestaat dan wel dat dit aanleiding geeft op een wijziging van uw aangifte personenbelasting van de laatste 3 jaar.
    De kans is groot dat, ingevolge gegevensuitwisseling tussen Europese landen, de fiscus hier trouwens ook van op de hoogte is, en op basis van die info ook een formulier heeft klaar gezet.  Ingevolge artikel 8 van de richtlijn 2011/16/EU wisselen de landen die info namelijk automatisch uit.
  • Indien u in de toekomst een buitenlands vastgoed aankoopt, dient u binnen de 4 maanden daarvan spontaan aangifte te doen aan het kadaster.

Op basis van de info die aangegeven wordt, onder meer datum verwerving van het goed, marktwaarde van het goed (en bij gebreke hiervan de aanschaffingsprijs) zal het kadaster een kadastraal inkomen toekennen aan deze woning.

Hoe ?

De aangifte zelf gebeurt zeer eenvoudig door op dezelfde Myminfin site te surfen naar “Mijn Woning – mijn onroerende gegevens raadplegen è een onroerend goed in buitenland aangeven”.

Meer concrete informatie kan u terugvinden op :

https://financien.belgium.be/nl/particulieren/woning/kadaster/kadastraal-inkomen/kadastraal-inkomen-van-het-buitenland-gelegen

https://financien.belgium.be/sites/default/files/aangifteformulier-ki-buitenlands-onroerend-goed_nl_20210614.pdf

Wat houdt u best bij de hand:

  • Adres van het goed
  • Eigendomsrechten (in geval gemeenschappelijk met uw partner, dient elk een aangifte te doen en 1/2de ingeven)
  • Datum verwerving (indien van toepassing ook datum einde van de werken igv nieuwbouw of verbouwing)
  • Actuele verkoopwaarde
    bij gebreke hiervan de aanschaffingsprijs

De aangifte wijst zich verder vanzelf uit.  (Materieel en outillage dient u enkel in te vullen als het over een handelspand gaat en er machines of installaties aanwezig zijn).

Pas op: om een bewijs te hebben van uw aangifte, niet te snel afloggen…. Neem eerst een printscreen waarop staat dat de aangifte goed is verstuurd.

De verkoop van buitenlands vastgoed dient voortaan ook gemeld. Meest eenvoudige is gewoon via mail aan foreigncad@minfin.fed.be

Waarom ?

Het kadastraal inkomen dat het kadaster dan zal toekennen kan vanaf 2021 opgenomen worden in uw aangifte personenbelasting over inkomstenjaar 2020, ipv de werkelijke huurwaarde die nu moet opgenomen worden.
Dit kadastraal inkomen stemt overeen met het gemiddeld normaal netto-inkomen van één jaar.

Dit is het gevolg van de wet van 17 februari 2021 die er is gekomen ingevolge een arrest van het Europees Hof, waar België werd veroordeeld om haar wetgeving aan te passen, wegens discriminerend.
De discriminatie kan uitgelegd als volgt:

  • Voor Belgisch vastgoed dat je verhuurt of gebruikt als 2de verblijf, dien je enkel het kadastraal inkomen aan te geven en wordt je belast op het geïndexeerd KI verhoogd met 40 %.
  • Voor Buitenlands vastgoed dat je verhuurt of gebruikt als 2de verblijf, moest je de bruto huurwaarde aangeven verminderd met kosten en buitenlandse belasting.
    In praktijk had dit tot gevolg dat voor de meeste buitenlandse goederen de belastbare grondslag hoger was dan voor Belgisch vastgoed.

Voor de duidelijkheid :  in de meeste gevallen is dat buitenlands vastgoed niet belast in België.
Dit inkomen moet wel aangegeven worden in uw aangifte personenbelasting, maar wordt tegelijkertijd vrijgesteld van Belgische belasting omdat het wordt belast in het land waarin het goed gelegen is (indien er een dubbelbelastingverdrag is, ter vermijding van dubbele belasting).

Enkel de intresten voor schulden aangegaan voor de verwerving van het buitenlands goed mogen nog in mindering gebracht worden.  (andere kosten, of de buitenlandse belasting zelf, mogen niet langer in mindering gebracht)

Waarom dan aangeven als het inkomen vrijgesteld is ?
Om zo het belastingtarief te kunnen vaststellen waarop uw andere inkomsten worden getaxeerd.
M.a.w.  de aangifte van dit buitenlands inkomen heeft tot gevolg dat uw andere Belgische inkomsten aan een hoger tarief worden belast, gezien de personenbelasting bestaat uit een progressief tarief dat stijgt, naarmate het inkomen stijgt (dat noemen ze : progressievoorbehoud).

Toepassingsvoorbeeld

Toegepast op een onroerend goed met een verkoopwaarde van 500.000 EUR, zal dit eerst worden herrekend naar de verkoopwaarde in 1975 (omdat onze eigen KI van Belgisch vastgoed ook wordt teruggerekend naar 1975).

Hiervoor werden coëfficiënten vastgelegd, die voor 2021 15,036 bedraagt.
De verkoopwaarde van 1975 bedraagt dan : 500.000/15,036 = 33.253 EUR.
Om dan het KI te berekenen dient dit vermenigvuldigd met een vaste coëfficiënt van 5,3 %.
Het KI is dan gelijk aan 33.253 * 5,3 % = 1.762 EUR.

In de aangifte is belastbare grondslag (die vrijgesteld wordt ingeval van dubbelbelastingverdrag) :
het geïndexeerd KI verhoogd met 40 %.
Voorbeeld : KI = 1.762 EUR, geïndexeerd * 1,863 = 3.282 EUR en verhoogd met 40 % = 4.595 EUR.
Indien er intresten worden betaald voor een lening die is aangegaan hiervoor, kunnen die in aftrek worden genomen, waardoor de impact bijgevolg zeer laag zal zijn.
Pas op : indien u verhuurt aan een onderneming, dient u net zoals in België toch de werkelijke huur aan te geven.

De buitenlandse belasting en andere kosten zijn dan niet meer aftrekbaar.

Als enkel de aanschaffingswaarde van bv. 2005 bekend is en u geeft dit aan bij gebreke aan actuele verkoopwaarde, dan zal een andere correctiefactor dan 15,036 worden gehanteerd voor de berekening van de verkoopwaarde 1975.
Voor 2005 is dat bijvoorbeeld 10,431 è hetzelfde pand aangekocht in 2005 voor 500.000 EUR zal dan een verkoopwaarde hebben van 47.934 EUR.

Caroline Mariën, juriste en vennoot bij AccountingTeam licht u het nodige nog verder toe via https://youtu.be/e14mo8GHVSY

Hulp nodig ?

Contacteer ons gerust indien u hulp nodig heeft.  Wij kunnen u hierin steeds verder helpen.

Indien het kadastraal inkomen wordt betekend, controleer dan zeker of de berekening correct werd gedaan overeenkomstig de wetgeving en circulaire.  Bezwaar is mogelijk in geval van niet akkoord.

AccountingTeam NV

Het aanscherpen van kennis geeft als voordeel een vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing.

Het volgen van opleidingen is en blijft een belangrijk punt in uw carrière en zeker in dat van uw werknemers. Door het volgen van opleidingen blijft men op de hoogte van de laatste stand van zaken en wordt de kennis aangescherpt, zodat er met voldoende kennis van zaken kan worden  gehandeld.

Ook de federale regering heeft dit ingezien, zodoende hebben zij beslist om het volgen van opleidingen optimaal aan te moedigen. Dit willen zij doen door de bedrijfsvoorheffing voor opleidingen gedeeltelijk vrij te stellen.

Het zijn de werkgevers uit de privésector die aanspraak kunnen maken op deze vrijstelling indien één of meerdere werknemers, die ten minste 6 maanden bij hen tewerkgesteld zijn een minimum aantal dagen opleiding volgen en dit binnen een beperkte periode.

Om dit beter te begrijpen kan u volgend overzichtje gebruiken:

Wie? Aantal dagen opleiding? Termijn?
Werkgevers ‘kleine vennootschap’ en werkgevers natuurlijke personen die op overeenkomstige wijze beantwoorden aan de criteria van artikel 1:24 §1-6 WVV 5 dagen Tijdens een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen
Ondernemingen waarin ploegenarbeid of nachtarbeid wordt verricht en die een ploegenpremie betalen 10 dagen Te volgen binnen een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen. Hierbij is vereist dat de werknemers een ploegenpremie ontvangt tijdens de ononderbroken periode van 60 dagen
Overige werkgevers (= grote ondernemingen, …) 10 dagen Tijdens een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen

 

De opleidingen waar de vrijstelling betrekking op heeft zijn in geen geval opleidingen die verplicht moeten worden gevolgd op basis van wettelijke of reglementaire bepalingen, CAO of een andere gelijkaardige bepaling. Het gaat dus enkel en alleen om opleidingen waar de werkgever extra in investeert (en dus een surplus vormen op de verplichte opleidingen).

De kost van de opleiding moet volledig worden gedragen door de werkgever. Er mag dus zeker geen doorrekening gebeuren op welke manier dan ook naar de werknemer.

De opleiding moet voldoen aan de definitie van artikel 9 van de wet Werkbaar en Wendbaar werk. Dit betekent dat zowel formele als informele opleidingen in aanmerking komen, echter mogen de informele opleidingsdagen slechts een minimum gedeelte uitmaken, dit wil zeggen 10% van 10 dagen opleiding en 20% van 5 dagen.

Wat is nu het voordeel? De werkgever moet 11,75% van de bedrijfsvoorheffing niet doorstorten (ingeval van een normale belastbare bezoldiging). De vrijstelling vindt eenmalig plaats, in de maand waarin de opleiding werd beëindigd. Uiteraard zijn er wel beperkingen op deze vrijstelling zo kunnen bezoldigingen zoals het vakantiegeld, achterstallige bezoldigingen,… niet worden gebruikt voor deze vrijstelling en wordt de vrijstelling berekend op een maximale bezoldiging van 3.500,00 EUR.

Er kan per werknemer voor maximaal 10 opleiding periodes gebruikt worden gemaakt van de vrijstelling.

De vrijstelling treedt in werking vanaf 1 januari 2021.

Mocht u hier meer informatie over wensen, aarzel dan zeker niet om contact op te nemen. Wij helpen u met veel plezier verder

Bron: artikel 275/12 WIB 92, ingevoerd door de Programmawet van 20 december 2020, BS 30 december 2020.

AccountingTeam NV

Corona: update april 2021 – steunmaatregelen…

Wij hebben u reeds verscheidene malen een update bezorgd betreffende de ondersteuningsmaatregelen die van toepassing zijn gedurende de coronacrisis.
Bij deze wensen wij u een kort overzicht te geven van nieuwigheden inzake de ondersteuningsmaatregelen.

1. Globalisatiemechanisme

Dit mechanisme biedt financiële ondersteuning aan de ondernemingen die in de periode 1 april 2020 – 31 december 2020 een omzetdaling van minstens 60% en een boekhoudkundig verlies hebben geleden omwille van de coronamaatregelen.

De onderneming is een vennootschap, vereniging of stichting met rechtspersoonlijkheid van privaat recht die voor 2019 een jaarrekening heeft neergelegd en in 2020 een jaarrekening tijdig zal neerleggen. De vereniging of stichting moeten een economische activiteit uitoefenen. De premie kan worden aangevraagd door ondernemingen die in het laatste kwartaal van 2020 nog actief waren.
De premie kan niet worden aangevraagd door eenmanszaken.

Verder zijn volgende voorwaarden van toepassing:

  • een actieve exploitatiezetel heeft in het Vlaamse Gewest
  • gedurende de periode 1 april 2019 – 31 december 2019 een omzet uit prestaties behaald, exclusief btw, van minstens 450.000,00 EUR
  • in de periode van 1 april 2020 – 31 december 2020 een omzetdaling van minstens 60% gekend ten gevolge van de coronavirusmaatregelen ten opzichte van de overeenkomstige periode in 2019
  • in de periode 1 april 2020 – 31 december 2020 een boekhoudkundig verlies voor aftrek van belasting geleden

Let op : omzet houdt alleen de bedragen in die zijn behaald uit werkelijk geleverde prestaties. Inkomsten uit éénmalige activiteiten of uitzonderlijke activiteiten mogen in geen geval worden meegeteld. Voorschotten mogen pas als omzet worden geteld wanneer de prestatie daadwerkelijk wordt geleverd.

volgende ondernemingen zijn uitgesloten:

  • ondernemingen die zich in niet-actieve toestand bevinden
  • holdingvennootschappen
  • patrimoniumvennootschappen
  • managementvennootschappen
  • ondernemingen waarvan de bestuurder verbonden is met een andere vennootschap die reeds deze premie ontvangt
  • kredietinstellingen

De steun bedraagt 10% van de omzet (exclusief BTW) in de periode 1 april 2019 – 31 december 2019. Deze steun wordt beperkt tot 90% voor kleine ondernemingen en 70% voor middelgrote en grote ondernemingen van de niet gedekte vaste kosten in de periode van 1 april tot en met 31 december 2020. Niet gedekte vaste kosten is het verlies vóór aftrek van de belastingen.
Het verlies vóór aftrek van belastingen wordt bepaald analoog aan de resultaatberekening van code 9903 van de jaarrekening.

Let op : premies die eventueel eerder werden bekomen in het kader van de coronacrisis worden afgetrokken van de uiteindelijke premie.

De premie wordt berekend op basis van 2 manieren, wij verwijzen u daarvoor graag door naar volgende website https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme/hoeveel-steun-kan-toegekend-worden . Hier kan u uitgebreid terugvinden hoe de premie wordt berekend.

De aanvraag kan worden ingediend tot en met 30 september 2021. U zal hiervoor enkele verplichte bewijsstukken moeten opleveren. Deze stelt de website van VLAIO ter beschikking en kan u via volgende website terugvinden https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme/aanvraagprocedure

Bij de aanvraag zal u sowieso volgende gegevens moeten meedelen

  • omzet uit geleverde prestaties, exclusief btw uit de periode 1 april 2019 tot en met 31 december 2019
  • omzet uit geleverde prestaties, exclusief btw, uit de periode 1 april 2020 tot en met 31 december 2020
  • verlies, voor aftrek van belastingen, van de periode van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020, zoals berekend voor code 9903 van de jaarrekening
  • tewerkstellingsgegevens in gemiddeld aantal voltijdsequivalenten voor de 3 laatste kwartalen van 2019

Wij kunnen deze aanvraag helaas niet voor u indienen, vermits deze is gelinkt aan de identiteitskaart van de bestuurder van de vennootschap. Aarzel evenwel niet ons te contacteren als je vragen hebt of assistentie wenst bij de aanvraag.
Wij raden aan volgende website te raadplegen vooraleer de aanvraag te starten https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/globalisatiemechanisme/aanvraagprocedure

De beslissing tot toekenning van de premie kan pas worden genomen nadat de jaarrekening over 2020 werd neergelegd. Echter raden wij aan zeker de aanvraag tijdig te doen en niet te wachten tot 30 september 2021.

2. Steun voor de maand maart 2021 en april 2021

Voor de maanden maart 2021 en april 2021 zal er eveneens worden voorzien in ondersteuning, deze maatregelen zijn nog in ontwikkeling.

3. Overbruggingsrecht

Het overbruggingsrecht werd verlengd tot en met 30 juni 2021, zowel het dubbel overbruggingsrecht als het overbruggingsrecht bij omzetdaling.

Het dubbel overbruggingsrecht geldt nog steeds voor de ondernemingen die verplicht gesloten zijn (door de overheid gesloten en take away en click and collect zijn toegestaan) en de ondernemingen die afhankelijk zijn van de verplicht gesloten ondernemingen. In tegenstelling tot wat de overheid eerder heeft gecommuniceerd, kunnen de niet essentiële handelszaken die nu op afspraak werken GEEN aanspraak maken op het dubbel overbruggingsrecht wanneer zij effectief op afspraak werken. Deze niet essentiële handelszaken kunnen uiteraard het overbruggingsrecht mits omzetdaling aanvragen. Wanneer u echter niet af afspraak kan werken (omdat dit niet rendabel is, u dat echt niet kan, geen personeel, …) en u de deuren bijgevolg VOLLEDIG sluit tot en met 25 april 2021, dan kan u wel het dubbel overbruggingsrecht aanvragen. u moet dan wel kunnen bewijzen dat u niet anders kan dan de deuren verplicht sluiten.

4. Belastingvoordeel kwijtschelding huur

Als u een ruimte verhuurt aan een zelfstandige, kleine vennootschap of vereniging die verplicht gesloten werd door de coronamaatregelen, dan kan u aanspraak maken op een belastingvermindering van 30% van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen in de maanden maart, april en/of mei 2021.

De verhuurder mag maximaal 5.000,00 EUR per maand per overeenkomst kwijtschelden. In totaal kan de verhuurder maximum 45.000,00 EUR per maand kwijtschelden.

De huurder moet dus een zelfstandige zijn in hoofdberoep of een kleine vennootschap of vereniging. In het verhuurde pand moet de verplicht gesloten economische activiteit worden uitgeoefend. Er mogen geen huurachterstallen zijn en de onderneming mag geen onderneming in moeilijkheden zijn.

Het voordeel kan zowel worden aangevraagd door beroepsmatige als particuliere verhuurders.
Het verhuurde pand moet uiteraard in België gelegen zijn en gebruikt worden in het kader van de economische activiteit van huurder. Verder moet de huurprijs en huurvoordelen kwijtgescholden zijn gedurende de maanden maart, april en mei 2021. Dit moet vrijwillig en schriftelijk worden overeengekomen. Dit schriftelijk bewijs dient te worden bezorgd aan de administratie uiterlijk 15 juli 2021.

Wat als het betrokken pand door de huurder niet uitsluitend voor zijn eigen ondernemingsactiviteit wordt aangewend én de huurprijs niet werd opgesplitst in de huurovereenkomst (deel eigen ondernemingsactiviteit / deel niet voor de eigen ondernemingsactiviteit)?
In dat geval worden de huurprijs en de huurvoordelen die betrekking hebben op het voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewend gedeelte bepaald door de huurprijs en de huurvoordelen voor het onroerend goed te vermenigvuldigen met het aandeel van de oppervlakte van het voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewend gedeelte van het onroerend goed in de totale oppervlakte van het onroerend goed.

Er mag ook geen band bestaand tussen huurder en verhuurder. Wij verwijzen hiervoor graag naar volgende website https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/belastingvoordeel-kwijtschelding-huur-coronavirus#:~:text=Wie%20een%20pand%20verhuurt%20aan,maart%2C%20april%20en%2Fof%20mei
Via deze website kan u uitgebreid terugvinden welke band wordt uitgesloten.
Sowieso komt u niet in aanmerking wanneer de vennootschap een pand huurt van een bestuurder.
Ook mogen huurder en verhuurder geen verbonden vennootschappen zijn.

Dit voordeel kan momenteel nog niet worden aangevraagd. De procedure is nog in ontwikkeling.
U vindt voorlopig meer info hier https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/belastingvoordeel-kwijtschelding-huur-coronavirus#:~:text=Wie%20een%20pand%20verhuurt%20aan,maart%2C%20april%20en%2Fof%20mei

Wij hopen u met deze informatie een handleiding te bieden in het kluwen van maatregelen dat momenteel bestaat. Mocht u nog vragen hebben of meer toelichting wensen, aarzel dan zeker niet contact op te nemen.

AccountingTeam nv

Corona: telewerk nog steeds verplicht…

Het laatste overlegcomité heeft weer voor opschudding gezorgd. Eén van de laatste beslissingen die werd genomen betreft de verplichte registratie van werknemers die niet kunnen thuiswerken.

Het telewerk is nog steeds verplicht voor alle ondernemingen, verenigingen en diensten en voor alle werknemers. Er is een uitzondering voorzien voor de werknemers die omwille van de aard of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.

Indien het telewerk niet kan worden toegepast is het vanzelfsprekend dat alle regels in verband met social distancing dienen te worden nageleefd.

Op 25 maart 2021 werd er beslist om de verplichting tot telewerken uit te breiden met een verplichting tot registratie van de werknemers.

Voor wie is dit bedoeld?

Dit houdt in dat elke werkgever, ongeacht de sector, elke maand een aantal gegevens dient mee te delen aan de RSZ, met name:

  • Het aantal personen werkzaam bij de onderneming. Indien er meerdere vestigingen zijn, dient het aantal te worden doorgegeven per vestiging
  • Het aantal personen werkzaam bij de onderneming die een functie uitoefent die niet telewerk-baar is.

De aangifte dient te worden voldaan door alle werkgevers, behalve voor de ondernemingen die verplicht gesloten zijn. Als werkgever kan u zich aanmelden met de E-ID, itsme of de andere mogelijkheden die zijn voorzien door CSAM.

Wat moet opgegeven worden?

De aangifte heeft betrekking op het aantal werknemers op de eerste werkdag van de maand en wordt ingediend uiterlijk op de zesde kalenderdag van de maand, bijvoorbeeld voor april dient de aangifte te gebeuren op basis van het aantal werknemers op 1 april 2021 en dit dient te worden doorgegeven aan de RSZ uiterlijk 6 april 2021.

Hoe?

De aangifte gebeurt digitaal via:
https://www.rsz.be/coronacrisis/maandelijkse-aangifte-met-betrekking-tot-het-telewerk

Bij het invullen van de aangifte dient u volgende stappen te ondernemen:

  1. U dient als eerste aan te geven of uw onderneming beschikt over meerdere vestigingen.
    Indien zij beschikt over meerdere vestigingen, zal u deze dienen te identificeren aan de hand van het nummer van de vestiging (dit kan u vinden in de KBO)
  2. Daarna zal u het aantal tewerkgestelde personen moeten invullen. Dit is steeds de situatie zoals ze zich voordoet op de eerste dag van de maand. Als er bijvoorbeeld een nieuwe werknemer start op de tweede dag, dient u hier geen rekening mee te houden.
    Een werknemer is elke persoon die gebonden wordt door een arbeidsovereenkomst, statuut, …. Langdurig zieken en personen in tijdskrediet worden eveneens meegenomen in de berekening, evenals personen met een ambulante functie (vb. koeriers, …)LET OP indien u gebruik maakt op structurele basis van uitzendkrachten, personeel van een andere onderneming (vb. bewaking, …) dient u deze werknemers mee op te nemen in de aangifte. Ook werknemers op zelfstandige basis dienen mee te worden opgenomen (indien dit structureel is)
  3. Ten slotte dient u het aantal werknemers door te geven die een niet-telewerkbare functie uitoefenen. Ook dit is de situatie zoals ze zich voordoet op de eerste dag van de maand. Latere wijzigingen dienen pas te worden doorgegeven naar de volgende maand toe. Het betreft een maandelijkse aangifte. Een niet-telewerkbare functie is dan elke werknemer die wegens de aard van zijn functie niet kan thuiswerken (het moet onmogelijk zijn)
  4. Verder dient u nog de contactgegevens in te vullen waar de overheid u kan bereiken voor verdere informatie

Voor u de aangifte indient moet u zeker de aangifte goed controleren, dat alle gegevens correct en representatief zijn. Bij een controle zullen deze cijfers uiteindelijk ook worden geraadpleegd.

Het spreekt voor zich dat wij deze aangifte niet voor u kunnen indienen, mocht u meer informatie wensen staan wij u graag te woord.
Veel informatie kan u bovendien terugvinden op de volgende website:

https://www.socialsecurity.be/site_nl/employer/applics/coronavirus/index.htm#01

AccountingTeam NV

innovatie

Nieuw rekeningnummer

Vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en belasting niet-inwoners vennootschappen betaalt u voortaan op een nieuw rekeningnummer

U zal merken dat op het aanslagbiljet in de vennootschapsbelasting (aanslagjaar 2020), rechtspersonenbelasting of belasting niet-inwoners vennootschappen een nieuw rekening nummer staat.

Merk op dat u voortaan moet betalen op het nieuwe rekeningnummer BE42 6792 0000 0054.

Dit rekeningnummer zal u in de komende periode meer zien terugkomen. Het lijkt de bedoeling te zijn dat op een moment alle fiscale schulden daarop betaald moeten worden.

U kan deze aanslagbiljetten online betalen via MyMinfin! Dat is altijd veilig, op het juiste rekeningnummer en met de juiste mededeling.

Mocht u hierover nog verdere vragen hebben, of wenst u verdere toelichting hieromtrent, aarzel dan zeker niet om ons te contacteren.

subsidie investering vrachtwagen

Investeerde uw onderneming in veilig en ecologisch transport?

Steeds meer transportfirma’s investeren in verkeersveilige en ecologische vrachtwagens.

Uiteraard is de Vlaamse Overheid hier héél tevreden over en als aanmoediging kan u dan ook genieten van financiële steun voor deze investeringen.

Indien uw onderneming investeerde in een verkeersveilig en ecologisch vrachtwagenpark van +3,5 ton voor minstens 1000,00 euro, dan kan u tot 17 december 2020 een subsidieaanvraag indienen voor “veilig en ecologisch transport”.

De financiële steun kan tot 5000,00 euro per vrachtwagen oplopen. Let er wel op dat subsidie enkel geldt voor investeringen van de afgelopen 3 jaar.

Indien uw onderneming een investering in een lichte vracht op CNG of LNG overweegt, dan kan u als ondernemer een ecologiepremie+ aanvraag indienen, deze subsidieaanvraag dient wel ingediend te worden alvorens de uitvoering hiervan plaatsvindt.

Mocht u hierover nog verdere vragen hebben, of wenst u verdere toelichting hieromtrent, aarzel dan zeker niet om ons te contacteren.

kilometervergoeding pro verplaatsing

Kilometervergoeding voor professionele verplaatsingen…

Wanneer werknemers of bedrijfsleiders hun eigen wagen, motorfiets of bromfiets gebruiken voor verplaatsingen in opdracht van hun werkgever kunnen zij hiervoor een kostenvergoeding krijgen. De werkgever heeft dan de keuze om de werkelijk gemaakte kosten te vergoeden of een forfaitaire vergoeding toe te kennen. Daarvoor kan hij zich baseren op de vergoeding die is uitgewerkt voor federale ambtenaren.

Jaarlijks wordt de kilometervergoeding aangepast aan de hand van de gezondheidsindex. Ook voor de periode 01/07/2020 – 30/06/2021 is deze vergoeding geïndexeerd. De kilometervergoeding bedraagt dan ook voor deze periode 0,3542 EUR en is van toepassing op elk voertuig (zonder uitzondering).

Alhoewel deze forfaitaire vergoeding in eerste instantie van toepassing is op federale ambtenaren, kunnen werknemers uit de privé-sector er dus ook beroep op doen. In dat geval is de kilometervergoeding vrij van belasting en van sociale bijdragen.

Noteer evenwel dat ook hier de “40-dagenregel” in acht worden genomen. Die regel stelt dat verplaatsingen van huis naar een klant beroepsverplaatsingen zijn, maar zodra een werknemer/bedrijfsleider meer dan 40 dagen bij eenzelfde klant, én op dezelfde locatie actief is, deze locatie (van de klant) kwalificeert als een ‘vaste plaats van tewerkstelling’. Bijgevolg is die verplaatsing woon-werkverkeer, wat in beginsel een kost eigen de werknemer is, waarvoor voormelde kostenvergoeding niet kan gelden.

Bron: Omzendbrief nr. 683 van 12 juni 2020 betreffende de aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding 2020, BS 24 juni 2020

Aarzel niet ons te contacteren indien u hierover verdere toelichting wenst.